Grote (50 x 60cm) en unieke zwart wit foto, gemaakt in 1994 door de bekende (ballet)fotograaf hans Gerritsen (1951-) bij de premiere van "Introdans Gilles" (choreograaf hans Wiggers). In mooie lijst en gesigneerd, gedateerd en getiteld op het passe partout. Verkeert in zeer goede, scherpe conditie.
Hans Gerritsen heeft een indrukwekkend oeuvre als dansfotograaf. Al jarenlang vervult hij de rol van huisfotograaf voor een aantal dansgezelschappen, zoals Scapino Ballet (sinds 1985) en Introdans (sinds 1983). Daarnaast heeft hij veel voorstellingen gefotografeerd van onder andere Djazzex, Dansgezelschap Reflex, Nederlands Dans Theater, Jazz Extension Dance Theatre en De Stilte.
Sinds 1983 is Gerritsen actief in de professionele dansfotografie, na eerst lange tijd portretten en foto’s van producten te hebben gemaakt in de studio. Via zijn theatertechnische werk bij LP Studio (het latere Introdans) is hij dansers tijdens een zomercursus gaan fotograferen. Dat heeft zijn liefde voor de dansfotografie opgewekt. In 1983 richt hij het danstijdschrift Dans op, waardoor hij ook bij de professionele gezelschappen opvalt en wordt gevraagd om voorstellingen vast te leggen.
Gerritsen heeft zowel analoge als digitale foto’s gemaakt. In zijn analoge periode schiet Gerritsen voornamelijk in zwart/wit. De eerste jaren van het nieuwe millennium verschijnen er steeds meer analoge kleurfoto’s in het archief van het Theater Instituut Nederland. Dit is ten tijde van de digitalisering. Gerritsen speelt hier op in, door al voor de overstap naar de nieuwe apparatuur in kleur te schieten. Zijn zwart/wit foto’s worden gekenmerkt door een neutraal contrast, waardoor er veel details zichtbaar zijn. Hij weet het licht vaak zo te gebruiken dat er heldere, herkenbare, beelden ontstaan.
Gerritsen gebruikt een redelijk conventionele beeldopbouw, waarbij de dansers gecentreerd en ten voeten uit, in mediumformaat, worden weergegeven. Hij maakt nagenoeg geen gebruik van afsnijdingen en werkt maar een enkele maal met afwijkende standpunten. Voornamelijk fotografeert hij vanuit het toeschouwerstandpunt.
In de jaren negentig is zijn werk wat losser geworden. Dit resulteerde in bijvoorbeeld een scheve horizon of een hoog standpunt. Dit verhoogt de dynamiek van het beeld en geeft een nieuwe kijk op de voorstelling, één die de toeschouwer niet ziet. Aan het eind van de jaren negentig laat hij dit echter weer los.
De dynamiek van dans kan op verschillende manieren worden vastgelegd. De fotograaf kan ervoor kiezen bewegingsonscherpte te laten zien, waardoor bijvoorbeeld een arm of een been onscherp worden door de beweging in combinatie met een iets langere sluitertijd. Hierbij zijn veel mogelijkheden, waarbij alleen een hand onscherp wordt, of de hele danser als waas wordt weergegeven. Een fotograaf kan er ook voor kiezen de beweging helemaal te bevriezen door het gebruik van een korte sluitertijd en dus geen bewegingsonscherpte te tonen. Dit klinkt redelijk statisch, maar is het zeker niet. De foto’s zijn niet geposeerd, maar tijdens de dans gemaakt. Het gevoel van dynamiek komt nu door de pose van de danser en het moment van afdrukken. Vaak is dit tijdens het hoogtepunt van de beweging. Dit is een kort moment van rust en intensiteit, waarbij de danser noch op, noch neer gaat. De uiting van het gevoel is hierbij op een hoogtepunt, wat op een foto duidelijk te zien is. Vaak komt de beweging ook naar voren in de uitdrukking van de stof en de spanning in de spieren. Hans Gerritsen maakt voornamelijk gebruik van deze tweede manier: het bevriezen van beweging. Hierdoor ontstaan heldere foto’s van de meest spannende momenten van de dans.
Enkele foto’s van Gerritsen doen denken aan de expressionistische dansfoto’s gemaakt voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog, zoals bijvoorbeeld door Meinard Woldringh. Deze foto’s werden in de studio van de fotograaf gemaakt, vanwege de belichting, en waren vaak herensceneringen van dansen. Ze hebben vaak een zorgvuldige belichting en zijn helder door een neutraal contrast. Gerritsen bereikt dit zelfde effect in enkele scènefoto’s. Ze tonen de dansers gecentreerd in mediumformaat. De nadruk ligt op het gevoel van de danser en de manier van uitdrukking hiervan. Verder geeft de belichting op de achtergrond de impressie van een studio en er is geen enkele referentie naar het theater, ook al zijn de foto’s van de scène gemaakt. De foto’s zijn sprekend genoeg als op zichzelfstaande beelden en vormen een afgerond geheel, waar veel andere dansfoto’s nieuwsgierig maken naar de rest van de dans.
Hans Gerritsen heeft ook nog enkele toneelvoorstellingen vast gelegd. Er is een duidelijk verschil tussen zijn dans- en toneelfoto’s. Bij zijn dansfoto’s houdt hij altijd afstand van het toneel en laat hij de dansers vaak van top tot teen zien. Op de toneelfoto’s worden de acteurs dichter benaderd. Naar eigen zeggen zit de spanning van de dans in het lichaam , dat dan ook helemaal afgebeeld moet worden Bij toneel draait het om een ander soort spanning, die over langere tijd wordt opgebouwd en zich in meerdere facetten uit dan alleen het lichaam en de muziek.
Met de digitale techniek is Hans Gerritsen, net als de andere theaterfotografen, in kleur gaan werken. Al voor de overstap maakte Gerritsen hier regelmatig gebruik van. De kleuren geven een extra realistische dimensie aan de foto’s. Elementen als decor en kostuums worden beter weergegeven. De problemen met zwarte kostuums tegen een zwarte achtergrond, wat in de zwart/wit fotografie zorgde voor een groot zwart vlak, zijn veel minder geworden, omdat details de stofuitdrukking en belichting beter zichtbaar zijn.
Het oeuvre van Hans Gerritsen geeft een overzicht van een aantal belangrijke dansgezelschappen van Nederland. Omdat Gerritsen de dans voor zich laat spreken en weinig eigen ideeën aan het beeld probeert toe te voegen, geven de foto’s heldere representaties van de dans.