Translated with Google Translate. Original text show .
Harrie Gerritz was verrast toen hij door Attero werd gevraagd zijn visie op de Ladder van Lansink vast te leggen in de beeldtaal, die al vele jaren spreekt uit zijn schilderijen en grafisch werk. Toen hij in 1979 een voorkeursvolgorde voor het afvalbeheer bedacht kon hij niet bevroeden, dat de Ladder van Lansink tegelijk symbool en instrument zou worden voor het zorgvuldig omgaan met de schepping, in het bijzonder de aarde. Ruim drie decennia later blijkt de Ladder van Lansink een begrip, binnen maar soms ook buiten de afvalwereld. De staande uitdrukking geeft de voorkeursvolgorde aan voor het optimale beheer van huishoudelijk- en bedrijfsafval. Voorkomen van afval staat voorop. Preventie is daarom de bovenste maar ook de moeilijkste sport van de ladder. Dan volgen hergebruik van producten en materialen, daarna pas verbranding, waar mogelijk met terugwinning van energie. Blijft dan nog afval over, dan rest storten, maar wel bij uitzondering en functioneel. De volgorde is gebaseerd op mijn motie die in 1979 unaniem door de Tweede Kamer werd aanvaard. De motie werd in 1993 opgenomen in de Wet Milieubeheer en in 2008 vastgelegd in de Europese Kaderrichtlijn Afvalstoffen.